Leenangst houdt studenten in de greep Minder inschrijvingen door sociaal leenstelsel

Dit artikel is inmiddels verouderd. Bekijk hier een actueler artikel over het sociaal leenstelsel .
Met de komst van een sociaal leenstelsel zal het aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs afnemen. Dat blijkt uit berekeningen van het Centraal Planbureau .
Hoewel minister Bussemaker zegt dat studenten weinig te vrezen hebben voor de lening, denken studenten hier toch anders over. Elk studiejaar zullen zo’n 1300 studenten minder aan een hbo-opleiding beginnen en 900 minder aan universiteiten. In totaal gaat het dus om zo’n 2200 studenten die zich laten weerhouden door het sociaal leenstelsel.
Hogere beurs voor lage inkomens
Het Centraal Planbureau deed het onderzoek in opdracht van het kabinet. De oppositie is bang dat vooral studenten met armere ouders afzien van studeren. Studenten van ouders met een (erg) laag inkomen moeten daarom een hogere beurs krijgen, vindt de oppositie. Als het aan minister Bussemaker ligt, gebeurt dat voorlopig nog niet.
Nu: studiefinanciering
Nu ontvangen studenten nog studiefinanciering: het grootste deel van de studiekosten wordt door de overheid betaalt. De basisbeurs, aanvullende beurs en ov-studentenkaart (gratis week- of weekendabonnement) zijn aanvankelijk een lening. Maar als je het diploma binnen tien jaar haalt, wordt dit omgezet in een gift. Hiernaast kun je nog extra lenen en een collegegeldkrediet afsluiten.
Straks: sociaal leenstelsel
Met het sociaal leenstelsel wordt de basisbeurs omgezet in een lening. Ook de gratis ov-studentenkaart komt te vervallen: dit wordt een kortingskaart. Studenten gaan dus fors betalen. De aanvullende beurs blijft wél bestaan (alleen voor studenten met ouders met een inkomen van maximaal 46.000 euro).
Bron: Volkskrant, 19 januari 2013
Centraal Planbureau: Met de invoering van het sociaal leenstelsel zullen zo’n 2200 minder studenten zich inschrijven voor een studie in het hoger onderwijs.